Sous titre
Anno 2023 weten journalisten nog even weinig van genocide en propaganda als toen in 1994, met de genocide tegen de Tutsi's. De kenmerken zijn onbekend, het verschil tussen genocide en traditionele oorlogsvoering is niet duidelijk, letterlijke genocide-ontkenning wordt kritiekloos gepubliceerd en gerecycelde propagandaverhalen van het genocidale regime zijn nu ‘de andere kant van het verhaal’, betoogt voormalig ontwikkelingswerker en genocide-onderzoeker Jos van Oijen.
Citation
Als je een eind wil maken aan genocides, schreef onderzoeker Kjell Anderson, zul je eerst moeten begrijpen wat genocide is. Het lijkt een open deur, maar zolang mensen niets van de geschiedenis leren kun je het niet vaak genoeg herhalen.
In de eerste week van de genocide tegen de Tutsi’s in Rwanda, vanaf 7 april 1994, deden buitenlandse journalisten keurig verslag van de kenmerken van genocide die ze waarnamen. Ze schreven over de systematiek en de eenzijdigheid van het geweld: de jacht op ongewapende Tutsi-burgers door elite troepen van het leger en de extremistische Hutu-milities; het scheiden van gemengde groepen om alleen de Tutsi’s te vermoorden; het doden van Hutu’s met een stereotiep Tutsi-uiterlijk, etc.
Toch werd het geduid als chaos, anarchie, een opgelaaide stammentwist. Dat was de propaganda die de extremistenleiders verspreidden om te suggereren dat het allemaal buiten hen omging en dat zij zelf ook machteloos stonden. Het was even simpel als doeltreffend. Geen buitenlandse mogendheid wilde soldaten opofferen aan de zoveelste chaotische stammenstrijd in Afrika. De internationale troepenmacht in Rwanda vertrok en de wereld wendde haar blik af. Tegen de tijd dat iedereen doorhad wat er gaande was waren de meeste slachtoffers al gevallen.
Gerecycelde propagandaverhalen
Anno 2023 weten journalisten nog even weinig van genocide en propaganda als toen. De kenmerken zijn onbekend, het verschil tussen genocide en traditionele oorlogsvoering is niet duidelijk, letterlijke genocide-ontkenning wordt kritiekloos gepubliceerd en gerecycelde propagandaverhalen van het genocidale regime zijn nu ‘de andere kant van het verhaal’. Ambachtelijke journalistiek lijkt geen prioriteit meer te hebben. Het is een zaak van suggesties en emoties, meningen en oordelen, politieke voorkeuren en activisme geworden. Gestructureerd onderzoek, een rationele benadering van het dossier; je komt het - bij dit onderwerp althans - haast niet meer tegen.
‘Echt een schande wat er gebeurd is met de held van ‘Hotel Rwanda’’, schreef een Een Vandaag-journalist op Twitter tijdens de controverse rond Paul Rusesabagina in 2022.
De tweet bracht een artikel met hetzelfde sentiment onder de aandacht. Het viel me op, niet zozeer omdat het aan elkaar hing van ongeverifieerde veronderstellingen of vanwege de emotie die eraan gekoppeld was, maar omdat het de chronologie van de gebeurtenissen nog sterker door elkaar husselde dan al gebruikelijk was.
De wet van oorzaak en gevolg stond het verhaal kennelijk in de weg dus was de tijdlijn en niet het verhaal aangepast. In science fiction verhalen gebeurt dat ook regelmatig maar dan is de hoofdpersoon de rest van de roman bezig om de onvoorziene consequenties te corrigeren, zelden met succes. In dit geval vinden de gevolgen buiten je gezichtsveld plaats, ver weg in Afrika, dus ligt niemand er wakker van.
Alleen de film bestaat
Voor Nederlandse journalisten bestaat de geschiedenis niet. Alleen de film bestaat. Hotel Rwanda, een Hollywoodfilm uit 2004, duurt twee uur, lang genoeg om de boodschap waarmee hij opent te absorberen: ‘This a true story’. Ironisch genoeg volgt gelijk een scene die geheel fictief is, maar geen journalist betwijfelde dat je naar een historisch verantwoorde documentaire zat te kijken. Het schetst de magie van Hollywood, maar ook de ontvankelijkheid voor suggestie van (niet alleen) journalisten.
Wat telt zijn niet de feiten, maar de mooie actrice Sophie Okonedo die in een romantische enscenering op de filmset in Zuid Afrika, bij kaarslicht en een glaasje wijn, de uit haar hoofd geleerde tekst van scenarioschrijver Keir Pearson opzegt in een dialoogje met haar even knappe tegenspeler Don Cheadle: “You are a very good man, Paul Rusesabagina”. Waar gebeurd. Tien jaar na de genocide in Johannesburg weliswaar, maar daar denk je als bioscoopbezoeker niet aan. Het voelt echt dus is het waar.
Tot veler irritatie werd de illusie kortstondig verstoord door de geredde hotelgasten. De ondankbare figuranten van het heldenverhaal brachten in herinnering dat de hotelmanager een levend persoon was, niet Don Cheadle maar iemand van vlees en bloed die ook minder aangename trekjes vertoonde. Ze kregen bijval van andere betrokkenen zoals generaal Romeo Dallaire, de bevelhebber van een restantje blauwhelmen, die destijds manschappen in het hotel had zitten.
Dreigende hotelmanager
De feiten zijn gedocumenteerd. Oorlogscorrespondenten deden ter plaatse verslag. Dallaire beschreef ze in zijn situatierapporten. Er is correspondentie bewaard gebleven. Er is teveel om op te noemen en iedereen kan het opzoeken. Mark Huband van The Observer berichtte op 15 mei 1994 bijvoorbeeld dat de hotelmanager dreigde de Tutsi’s eruit te gooien als ze hun rekening niet betaalden. Andere krantenartikelen berichtten over de echte helden: het groepje vredessoldaten en militaire waarnemers van de Verenigde Naties dat in de lobby bivakkeerde.
De media hadden er geen boodschap aan. In plaats van de feiten te controleren speculeerden ze dat de kritiek een lastercampagne was, georganiseerd door de Rwandese overheid. De paradox in dat argument viel niemand op. De ondersteunende bronnen dateren van vóór de filmpremière dus kon de kritiek logischerwijs geen lastercampagne zijn die ná de première was begonnen. Maar anno nu is dat nog steeds niet doorgedrongen. De geschiedenis van 1994 begint in 2004 en daarmee basta. Wat er voor en na de film gebeurde relateren de media nog steeds aan het filmpersonage.
Geblunder met chronologie
De irrationele beschuldiging waarmee journalisten de voormalige hotelgasten beledigden is inmiddels de gouden standaard geworden. Kritiek op vermijdbare fouten wordt automatisch beantwoord met beschuldigingen van gelijke strekking, ongeacht de kwaliteit van de informatie. Nog steeds controleert niemand of zoiets klopt zodat het binnen de kortste keren door iedereen voor waar wordt aangenomen. Ik zal een paar voorbeelden uit eigen ervaring geven. Let daarbij ook weer op het geblunder met chronologie en causaliteit.
Op 7 september 2021 publiceerde ik een boekbespreking van ‘Do Not Disturb’ van de Britse journalist Michela Wrong. Zij reageerde op 18 juli 2021 in een Zuid Afrikaanse krant. Ja, u leest het goed: zeven weken eerder. Ik had nog geen letter geschreven maar Wrong beweerde al dat mijn review deel uitmaakte van een efficiënte staatspropaganda-campagne van de Rwandese overheid. De journalist die haar interviewde schreef het klakkeloos op en kon zich achteraf niet voorstellen dat hij in de maling was genomen. Er moest een ombudsman aan te pas komen om een weerwoord af te dwingen.
In Nederland hebben we ook ombudsmannen, maar die hebben meer weg van Wrong dan van hun Afrikaanse collega’s. Toen ik op 30 juni vorig jaar een klacht indiende bij de NPO ombudsman volgde er een uitspraak over een email van 22 april. Inderdaad, u leest het goed: ruim twee maanden ouder dan mijn klacht. De email bevatte alleen een vraag die al was afgehandeld. De ombudsman heeft mijn klacht van 30 juni een week later, op 6 juli, schriftelijk bevestigd maar blijft volhouden dat de email van 22 april mijn klacht is.
Tekenend voor de stand van de journalistiek is dat het verweer van de beklaagde omroep maar liefst twaalf valse beschuldigingen bevat van hetzelfde kaliber als die van Michela Wrong. De ombudsman heeft dat verweer wél gelezen en neemt, zonder te weten waar het over gaat, een aantal suggesties kritiekloos over.
Mijn reactie is altijd hetzelfde: Zou het uitmaken? De feiten veranderen er niet mee, die kun je zelf opzoeken. Maar blijkbaar is dat het probleem. De feiten moéten veranderen, de chronologie moét omgedraaid worden want anders klopt je verhaal niet meer.
En wat moet je dan als journalist? Leren van de geschiedenis?
Het moet niet gekker worden.